Wat betekent de Toren
(la Maison Dieu) Tarot Kaart?

Erdoor geswitched.


Vraag: Waardoor is alles veranderd? Wat is er gebeurd dat alles op zijn kop heeft gezet? Waar ben je anders door gaan denken? 

Algemene betekenis / Tarot de Marseille

De tarotkaart van de torenbetekent dat je te maken krijgt met een plotselinge en ingrijpende veranderingin je leven, die je oude zekerheden en illusies zal doen instorten. Het kan gaanom een schokkende gebeurtenis, een crisis, een ramp of een onthulling. De kaartvraagt je om los te laten wat niet meer werkt en om open te staan voor nieuwemogelijkheden. De kaart duidt ook op het doorbreken van beperkingen en hetbevrijden van jezelf van oude patronen. De kaart kan een uitdaging zijn om jeware zelf te ontdekken en te accepteren.

Volgens de tarot de Marseille enAlejandro Jodorowsky, een bekende filmmaker en tarotist, heeft de tarotkaartvan de toren nog een diepere betekenis. De toren stelt de menselijkeruggengraat voor, waarlangs de kundalini-energie stroomt. De kundalini is eenslangenkracht die zich aan de basis van de wervelkolom bevindt en die kanworden gewekt door spirituele oefeningen. Wanneer de kundalini ontwaakt, stijgtze op langs de zeven chakra’s of energiecentra, tot ze de kruin bereikt. Ditleidt tot een staat van verlichting of kosmisch bewustzijn. De bliksem die detoren treft, symboliseert de plotselinge activering van de kundalini. De tweefiguren die uit de toren vallen, stellen Adam en Eva voor, die uit het paradijswerden verdreven nadat ze van de boom van kennis hadden gegeten. De kaartsuggereert dat je een spirituele crisis doormaakt, die je kan leiden tot eenhoger niveau van bewustzijn.


Carl Jung en de Archetypes

we zien dit ook in de psychologievan Carl Jung. Jung was een Zwitserse psychiater en psycholoog die veel interesse had voor de symboliek en de betekenis van de tarotkaarten. Hij beschouwde de tarot als een manier om toegang te krijgen tot het collectieve onbewuste, een laag van de menselijke psyche die gedeeld wordt door alle mensenen die bestaat uit archetypen, universele beelden en patronen. Jung zag de tarot als een projectie van het individuele onbewuste op het collectieve onbewuste, waardoor de tarot een spiegel is van de ziel.

De tarotkaart van de toren heeft volgens Jung een esoterische betekenis die te maken heeft met het proces van individuatie, het streven naar heelheid en zelfverwerkelijking. De toren staat voor de oude structuur van het ego, die gebaseerd is op valse of beperkende overtuigingen, illusies en complexen. De bliksem staat voor de plotselinge inbreuk van het zelf, het centrum en de totaliteit van de persoonlijkheid, die het ego uitdaagt en confronteert met zijn schaduwkant, zijn onderdrukte of onbewuste aspecten. De twee figuren die uit de toren vallen staan voor de animus en de anima, de mannelijke en vrouwelijke componenten van de psyche, die moeten worden geïntegreerd en geharmoniseerd. De torenkaart duidt dus op een crisis of een catharsis, die nodig is om de oude ego-structuur af te breken en plaats temaken voor een nieuwe, meer authentieke en spirituele identiteit.


In het boeddhisme

Het boeddhisme zegt dat spirituele doorbraak een proces is van het verwijderen van onwetendheid,gehechtheid en lijden, en het bereiken van inzicht, vrijheid en geluk. Spirituele doorbraak kan verschillende niveaus hebben, afhankelijk van de mate  van zuivering en realisatie die men heeft bereikt. Het boeddhisme onderscheidt vier graden van verlichting: de stroom-instapper, de eenmalig-terugkerende, deniet-meer-terugkerende en de heilige.

Voor de Boeddha was spirituele doorbraak het resultaat van zijn jarenlange zoektocht naar de waarheid en het einde van het lijden. Hij beoefende verschillende vormen van ascese en meditatie, maar vond geen bevredigend antwoord. Hij besloot toen om onder eenbodhiboom te gaan zitten en te mediteren tot hij de ultieme wijsheid zoubereiken. Na een lange nacht van strijd tegen zijn innerlijkedemonen en verleidingen, zag hij de oorzaak en de opheffing van het lijden, en werd hij volledig verlicht. Hij ontwaakte tot de vier edele waarheden: het bestaanvan het lijden, de oorzaak van het lijden, de opheffing van het lijden en hetpad naar de opheffing van het lijden. Hij ontdekte ook de wet van karma en wedergeboorte, en zag zijn vorige levens en die van andere wezens. Hij ervoer een staat van vrede, vreugde en mededogen die niet afhankelijk was van enige voorwaarde of verandering. Hij werd een Boeddha, een ontwaakte of verlichte.

Dit specifieke moment waarin de Boeddhade grote doorbraak meemaakte, wordt de verlichting of het ontwaken genoemd. Hetgebeurde toen hij onder een bodhiboom zat te mediteren, na een lange zoektochtnaar de waarheid en het einde van het lijden. Hij had verschillende vormen vanascese en meditatie beoefend, maar geen van hen gaf hem de ultieme wijsheid.Hij besloot toen om niet op te staan totdat hij de hoogste staat van bewustzijnzou bereiken.

Volgens de overlevering duurdezijn meditatie zeven weken, waarin hij verschillende hindernissen enverleidingen moest overwinnen. Hij werd aangevallen door Mara, de god van dedood en het kwaad, die hem probeerde af te leiden met zijn leger van demonen,zijn angsten en zijn dochters. Hij werd ook geconfronteerd met zijn eigentwijfels en onzekerheden. Maar hij bleef vastberaden en gefocust, en gebruiktezijn wijsheid en mededogen om alle obstakels te overwinnen. Volgens de boeddhistische traditie verbleef hij na zijn ontwaken onder de bodhiboom, waar hij zijn meditatie voortzette om zijn realisatie te verdiepen en te bevestigen. Elke week bracht hij door op een andere locatie in de buurt van de boom, en elke week had een speciale betekenis en gebeurtenis. Hier is een samenvatting van wat er in die zeven weken gebeurde:

- Eerste week: De Boeddha bleef onder de bodhiboom zitten, waar hij de vier edele waarheden en het achtvoudige pad herhaalde en overpeinsde. Hij genoot ook van de vreugde en de vrede van zijn verlichting. Hij werd bezocht door twee handelaars, Tapussa en Bhallika, die hem rijstkoeken en honing aanboden. Zij werden zijn eerste lekenvolgelingen.

- Tweede week: De Boeddha stond op en liep zeven keer heen en weer voor de bodhiboom, als een teken van respect en dankbaarheid. Hij keek naar de boom met een ononderbroken blik, zonder met zijn ogen te knipperen. Hij werd beschermd door de god Indra, die een parasol boven zijn hoofd hield.

- Derde week: De Boeddha verhuisde naar een andere boom, waar hij ging zitten onder een luifel van bladeren die door de slangengod Mucalinda werd gemaakt. Hij mediteerde over de keten van afhankelijk ontstaan, die de oorzaak en het gevolg van alle verschijnselen uitlegt. Hij werd getroffen door een hevige storm, maar bleef ongedeerd dankzij de bescherming van Mucalinda.

- Vierde week: De Boeddha ging naar een andere boom, waar hij ging zitten onder een luifel van bladeren die door de olifantengod Pali werd gemaakt. Hij mediteerde over de vijf aggregaten, die de componenten van het zelf zijn. Hij werd aangevallen door Mara, de god van de dood en het kwaad, die hem probeerde te verleiden met zijn dochters of te intimideren met zijn leger. Maar de Boeddha bleef kalm en onverschrokken, en versloeg Mara met zijn wijsheid en mededogen.

- Vijfde week: De Boeddha ging naar een vijver in de buurt, waar hij zich waste en dronk. Hij ging toen zitten onder een boom die bekend staat als de boom van het zien met inzicht. Hij mediteerde over de wet van karma en wedergeboorte, en zag zijn vorige levens en die van andere wezens. Hij zag ook hoe het lijden ontstaat door onwetendheid en gehechtheid, en hoe het ophoudt door wijsheid en bevrijding.

- Zesde week: De Boeddha ging naar een andere boom, waar hij ging zitten onder een luifel van bladeren die door de apengod Kapi werd gemaakt. Hij mediteerde over de zes bovennatuurlijke krachten, die bestaan uit het goddelijke oog, het goddelijke oor, het vermogen om door muren te gaan, het vermogen om te vliegen, het vermogen om gedachten te lezen en het vermogen om anderen te beïnvloeden. Hij gebruikte deze krachten om verschillende wonderen te verrichten, zoals het uitzenden van vuur en water uit zijn lichaam.

- Zevende week: De Boeddha ging terug naar de bodhiboom, waar hij ging zitten onder een luifel van juwelen die door de god Brahma werd gemaakt. Hij mediteerde over de vier oneindige staten van geest, die bestaan uit liefdevolle vriendelijkheid, mededogen, medevreugde en gelijkmoedigheid. Hij straalde deze staten uit naar alle wezens in alle richtingen. Hij besloot toen om zijn leer te delen met anderen, om hen te helpen het lijden te beëindigen.

Op de ochtend van de volle maanin de maand Vesakha (mei of juni), bereikte hij eindelijk de verlichting. Hij zag de oorzaak en de opheffing van het lijden, enbegreep de vier edele waarheden: het bestaan van het lijden, de oorzaak van hetlijden, de opheffing van het lijden en het pad naar de opheffing van het lijden1. Hij ontdekte ook de wet van karma en wedergeboorte, enzag zijn vorige levens en die van andere wezens2. Hij ervoer een staat van vrede, vreugde en mededogen die nietafhankelijk was van enige voorwaarde of verandering. Hij werd een Boeddha, een ontwaakte of verlichte3.

Dit was het moment waarop deBoeddha de grote doorbraak meemaakte. Hij had de hoogste waarheid gevonden enwas bevrijd van alle lijden. Hij besloot toen om zijn inzicht te delen metanderen, en begon zijn leer te prediken in India. Zijn leer werd later bekendals het boeddhisme, een van de grootste religies ter wereld.


In het taoïsme

Volgens het taoïsme is een crisismoment een gelegenheid om de natuurlijke orde en de spontane harmonie van het leven te volgen, zonder zich te verzetten tegen de veranderingen of te proberen ze te controleren. Een taoïst ziet een crisismoment als een kans om zich aan te passen, te leren en te groeien, door gebruik te maken van de creatieve kracht van de Tao, de Weg. Een taoïst probeert in een crisismoment zijn ego, zijn vooroordelen en zijn gehechtheden los te laten, en zich open te stellen voor de wijsheid, de eenvoud en de vreugde van het zijn. Een uitspraak van Laozi, de grondlegger van het taoïsme, die dit illustreert is:

"Als je je vastklampt aan het leven, zul je het verliezen. Maar als je je overgeeft aan het leven, zul je het behouden."

Volgens het taoïsme is verlichting het samenvallen met de Tao, de Weg, die de bron en de bestemming van alles is. De Tao is onbeschrijfbaar, onveranderlijk en ongrijpbaar, maar kan worden ervaren door middel van intuïtie, meditatie en spontaniteit. Een verlichte taoïst leeft in harmonie met de natuur, volgt de stroom van yin en yang, en handelt zonder te handelen (wu wei). Een verlichte taoïst heeft geen ego, geen verlangens en geen gehechtheden, maar is vrij, vreugdevol en creatief. Een uitspraak van Laozi, de grondlegger van het taoïsme, die dit illustreert is:

"Wie de Tao kent, spreekt er niet over. Wie erover spreekt, kent hem niet."


In het confucianisme

Volgens het confucianisme is een crisismoment een gelegenheid om de morele orde en de sociale harmonie van de samenleving te herstellen, door middel van onderwijs, rituelen en menselijkheid. Een confucianist ziet een crisismoment als een uitdaging om zijn plichten, zijn waarden en zijn idealen na te leven, door gebruik te maken van de rationele kracht van de Li, de Norm. Een confucianist probeert in een crisismoment zijn karakter, zijn relaties en zijn invloed te verbeteren, en zich in te zetten voor de welvaart, de rechtvaardigheid en de vrede van het volk. Een uitspraak van Confucius, de grondlegger van het confucianisme, die dit illustreert is:

"Als er harmonie heerst in het gezin, zal er orde zijn in de staat. Als er orde is in de staat, zal er vrede zijn in de wereld."

Volgens het confucianisme is verlichting het bereiken van de menselijkheid (ren), die de hoogste morele waarde is. De menselijkheid bestaat uit het cultiveren van deugden zoals loyaliteit, rechtvaardigheid, wijsheid en mededogen. Een verlichte confucianist leeft in harmonie met de samenleving, volgt de normen (li) van rituelen en gedrag, en handelt met oprechtheid (cheng). Een verlichte confucianist heeft een sterk karakter, een nobel ideaal en een positieve invloed, maar is ook nederig, vriendelijk en leergierig. Een uitspraak van Confucius, de grondlegger van het confucianisme, die dit illustreert is:

"Wie zichzelf overwint, is sterk. Wie zichzelf kent, is wijs."


Esoterische betekenis van de toren in de kabala, rider waite en de Thot tarot

  • In de kabala wordt de toren tarotkaart geassocieerd met de sefira Netzach, die staat voor overwinning, emotie en passie. De toren tarotkaart symboliseert dan ook de plotselinge en heftige veranderingen die het gevolg zijn van het loslaten of het uitbarsten van onderdrukte of ongecontroleerde emoties.De toren tarotkaart kan ook wijzen op het doorbreken van illusies, beperkingen of obstakels die de spirituele groei in de weg staan.
  • In de rider waite tarot wordt de toren tarotkaart afgebeeld als een hoge toren die getroffen wordt door een bliksem, waardoor twee mensen uit de toren vallen. De toren staat op een berg, die symbool is voor ambitie, trots en hoogmoed. De toren tarotkaart betekent hier dat er een plotselinge en verwoestende gebeurtenis plaatsvindt, die de bestaande orde of zekerheid omverwerpt.De toren tarotkaart kan ook duiden op een moment van openbaring, bevrijding of transformatie.
  • In de thot tarot wordt de toren tarotkaart vervangen door de kaart van het Oordeel, die een engel toont die op een trompet blaast, terwijl mensen uit hun graven opstaan. De engel is Horus, de Egyptische god van het licht en de waarheid. De mensen zijn Osiris, Isis en Horus zelf, die symbool staan voor dood, wedergeboorte en leven. De oordeel tarotkaart duidt op het einde van een cyclus, het afrekenen met het verleden, het ontwaken tot een hoger bewustzijn en het begin van een nieuw leven.