1. Algemene betekenis / Tarot de Marseille
De zon kaart in een tarotlegging is een symbool van geluk, succes, optimisme, vitaliteit, warmte en vertrouwen. Het is een kaart die de zonnige kant van het leven laat zien, en die aangeeft dat je je authentieke zelf kunt zijn. De zon kaart kan ook duiden op creativiteit, inzicht, bewustwording en intuïtie. De zon kaart is een positieve kaart die je aanmoedigt om te genieten van het leven en te vertrouwen op je innerlijke kracht.
Volgens Alejandro Jodorowsky, een bekende tarotkenner en filmmaker, heeft de zon kaart ook een diepere betekenis. Hij zegt dat de zon kaart de vereniging van het mannelijke en het vrouwelijke principe voorstelt, die samen een nieuw leven creëren. Het kind op de kaart is niet alleen een symbool van onschuld en vreugde, maar ook van de androgyne staat, waarin alle tegenstellingen zijn opgeheven. Het kind rijdt op een wit paard, dat staat voor zuiverheid en spiritualiteit. Het paard heeft geen teugels of zadel, wat wijst op vrijheid en harmonie. De zonnebloemen achter de muur zijn een teken van overvloed en vruchtbaarheid. De muur zelf is een grens tussen de aardse en de hemelse wereld, die het kind moeiteloos overstijgt. De zon zelf is het symbool van de goddelijke liefde, die alles verlicht en verwarmt.
2. Carl Jung en de Archetypes
Jung beschouwde de tarotkaart van de Zon als een van de vier elementaire kaarten, samen met de maan, de ster en de wereld. Deze kaarten vertegenwoordigen volgens Jung de vier stadia van de individuatie, het proces waarbij iemand zijn ware zelf ontdekt en integreert.
De zon kaart is het derde stadium van de individuatie, waarin iemand zijn schaduw en zijn anima of animus heeft geconfronteerd en geaccepteerd, en nu een staat van harmonie, vreugde en heelheid bereikt. De zon kaart symboliseert volgens Jung het bewustzijn dat verlicht wordt door de zon, die staat voor het zelf, het centrum en het doel van de psyche. De zon kaart duidt ook op een positieve relatie met het vaderlijke principe, dat autoriteit, orde en bescherming geeft. De zon kaart is dus een teken van spirituele groei, creativiteit, vitaliteit en zelfvertrouwen.
3. In het boeddhisme
De boeddha zei dat authenticiteit betekent dat je trouw bent aan jezelf, je ware aard, je waarden en je doel. Authenticiteit is ook een belangrijk onderdeel van de boeddhistische leer, die streeft naar het realiseren van je ware zelf, dat vrij is van illusies, gehechtheden en lijden. Hier zijn enkele uitspraken van de boeddha over authenticiteit:
De boeddha gebruikte het woord “dwazen” om mensen aan te duiden die onwetend, onverstandig, onbezonnen, onheilzaam of ongelukkig zijn. Hij zei dat dwazen zich laten leiden door hun begeerten, emoties, meningen en illusies, en dat ze daardoor lijden en anderen doen lijden. Hij zei dat dwazen zichzelf en anderen schade berokkenen door hun woorden en daden, en dat ze geen respect hebben voor de wetten van oorzaak en gevolg.
De boeddha vertelde ook veel over dwaasheid, en hoe men die kan overwinnen. Hij zei dat dwaasheid voortkomt uit onwetendheid, en dat de remedie daarvoor wijsheid is. Hij zei dat wijsheid ontstaat door het beoefenen van meditatie, ethiek en inzicht, en door het volgen van het achtvoudige pad. Hij zei dat wijsheid leidt tot het inzien van de vier edele waarheden, namelijk het bestaan van lijden, de oorzaak van lijden, de opheffing van lijden en het pad naar de opheffing van lijden. Hij zei dat wijsheid ook leidt tot het loslaten van gehechtheid, haat en onwetendheid, die de drie vergiften zijn die de geest vertroebelen.
De boeddha gaf ook veel adviezen over hoe men zich moet gedragen ten opzichte van dwazen en dwaasheid. Hij zei dat men niet moet twisten met dwazen, want dat is zinloos en vermoeiend. Hij zei dat men niet moet proberen om dwazen te overtuigen of te corrigeren, want dat is verspilde moeite en kan tot woede leiden. Hij zei dat men niet moet omgaan met dwazen, want dat is gevaarlijk en besmettelijk. Hij zei dat men beter alleen kan zijn dan in het gezelschap van dwazen. Hij zei dat men wel mededogen moet hebben met dwazen, want zij zijn blind en verdwaald. Hij zei dat men wel moet proberen om dwazen te helpen als zij daarom vragen of als zij bereid zijn om te luisteren.
WBoeddha zei dat wijsheid de kennis en het inzicht is die leiden tot de bevrijding van deze dwaasheid en de verwezenlijking van het nirvana, maar men moest ervoor open staan. Hij zei dat wijsheid bestaat uit drie aspecten: morele wijsheid, intellectuele wijsheid en meditatieve wijsheid.
Morele wijsheid is het vermogen om te handelen in overeenstemming met de ethische principes van het boeddhisme, zoals het achtvoudige pad. Morele wijsheid zorgt voor een zuiver en harmonieus leven, dat gunstig is voor de geestelijke ontwikkeling. Morele wijsheid omvat ook het beoefenen van de vier hartkwaliteiten: liefdevolle vriendelijkheid, mededogen, medevreugde en gelijkmoedigheid.
Intellectuele wijsheid is het vermogen om de werkelijkheid te begrijpen zoals die is, zonder vervorming of illusie. Intellectuele wijsheid omvat het bestuderen en analyseren van de leerstellingen van de boeddha, zoals de vier edele waarheden, de afhankelijke oorsprong, de drie kenmerken van het bestaan en de leegte. Intellectuele wijsheid leidt tot een helder en logisch denken, dat vrij is van twijfel en verwarring.
Meditatieve wijsheid is het vermogen om de geest te concentreren en te zuiveren door middel van meditatie. Meditatieve wijsheid omvat het beoefenen van verschillende vormen van meditatie, zoals mindfulness, inzicht, concentratie en absorptie. Meditatieve wijsheid leidt tot een directe ervaring en realisatie van de ultieme waarheid, die niet door woorden kan worden uitgedrukt.
De boeddha zei dat deze drie aspecten van wijsheid elkaar aanvullen en versterken, en dat ze allemaal nodig zijn om het hoogste doel van het boeddhisme te bereiken: het nirvana. Hij zei ook dat wijsheid niet iets is dat men kan verwerven door louter studie of geloof, maar dat men het moet ontwikkelen door oefening en toepassing in het dagelijks leven. Hij zei: “Wijsheid ontstaat uit jezelf als een licht dat schijnt op je weg.”
Waar geluk en blijdschap is terug te vinden in deze wijsheid. Boeddha zei er het volgende over:
In het taoisme
Het concept van de authentieke zelf is een belangrijk aspect van het taoïsme. Het authentieke zelf is het ware zelf, dat in harmonie is met de Tao, het ultieme principe of de bron van alles wat bestaat. Het authentieke zelf is niet beperkt door het ego, de conventies, de illusies of de verlangens die de menselijke natuur vertroebelen. Het authentieke zelf is vrij, spontaan, creatief, wijs en gelukkig.
Het authentieke zelf is echter niet gemakkelijk te bereiken of te behouden. Het vereist een voortdurende inspanning om zich te ontdoen van de kunstmatige lagen die het authentieke zelf bedekken. Het vereist ook een voortdurende aanpassing aan de veranderingen en uitdagingen die het leven met zich meebrengt.Het vereist ten slotte een voortdurende verbinding met de Tao, die zich manifesteert in yin en yang, de twee tegengestelde maar complementaire krachten of principes die in alles wat bestaat aanwezig zijn.
Het taoïsme biedt verschillende methoden en praktijken om het authentieke zelf te ontwikkelen en te cultiveren. Deze omvatten onder andere:
Het taoïsme leert dat het authentieke zelf niet iets is dat men kan verwerven door louter studie of geloof, maar dat men het moet ontwikkelen door oefening en toepassing in het dagelijks leven. Het taoïsme leert ook dat het authentieke zelf niet iets is dat men alleen kan bereiken, maar dat men het moet delen met anderen. Het taoïsme leert ten slotte dat het authentieke zelf niet iets is dat men verliest door tegenslag, maar dat men het versterkt door veerkracht.
Wat Carl Jung de aanvaarding van animus en anima in de zelf noemde, staat gekend in het taoïsme uiteraard als de yin en de yang aspecten in balans brengen. Yin komt overeen met alles wat vrouwelijk is, zoals zacht, warm, aards, passief, absorberend en donker. Yang vertegenwoordigt de mannelijke kant van de dingen, zoals hard, droog, luchtig, actief, doordringend en licht.
Carl Jung was zich zeer bewust van deze connectie en putte veel inspiratie uit het taoïsme. In ieder geval, beide verwijzen naar het idee dat er twee tegengestelde maar complementaire krachten of principes zijn die in elk mens en in het universum aanwezig zijn. Deze krachten of principes hebben zowel een mannelijk als een vrouwelijk aspect, en ze moeten in harmonie en evenwicht worden gebracht om een volledige en authentieke zelfexpressie te bereiken.
Volgens Jung is de anima de onbewuste vrouwelijke kant van een man, en de animus de onbewuste mannelijke kant van een vrouw. Deze archetypen maken deel uit van het collectieve onbewuste, dat bestaat uit universele beelden en patronen die de menselijke psyche vormen. De anima en de animus worden vaak geprojecteerd op het andere geslacht, waardoor verliefdheid, aantrekkingskracht of afkeer ontstaat. Ze kunnen ook leiden tot innerlijke conflicten, onzekerheid of onevenwichtigheid, als ze niet worden erkend of geïntegreerd. Jung stelde dat men zijn of haar anima of animus moet aanvaarden en overwinnen, door ze bewust te maken en te verzoenen met de persoonlijkheid. Dit proces maakt deel uit van de individuatie, het doel van de analytische psychologie, dat bestaat uit het ontdekken en realiseren van het ware zelf.
Volgens het taoïsme is yin de vrouwelijke, rustige, donkere en passieve kracht of energie, en yang de mannelijke, actieve, lichte en dynamische kracht of energie. Deze krachten of energieën zijn geen absolute tegenstellingen, maar bestaan alleen in relatie tot elkaar. Ze zijn ook voortdurend in beweging en verandering, waardoor de natuurlijke cycli en fenomenen ontstaan. De Tao is het ultieme principe of de bron van alles wat bestaat, dat zich manifesteert in yin en yang. De Tao is niet te kennen of te benoemen, maar kan alleen worden ervaren door zich te voegen naar de natuurlijke orde en harmonie. Het taoïsme streeft naar het balanceren van yin en yang, door het beoefenen van meditatie, ethiek en wijsheid. Dit proces leidt tot het bereiken van het nirvana, het doel van het taoïsme, dat bestaat uit het bevrijden van het lijden en het realiseren van de eenheid met de Tao.
Laozi zei veel over het authentieke zelf en het belang ervan in het taoïsme. Het authentieke zelf is het ware zelf, dat in harmonie is met de Tao, het ultieme principe of de bron van alles wat bestaat. Het authentieke zelf is niet beperkt door het ego, de conventies, de illusies of de verlangens die de menselijke natuur vertroebelen. Het authentieke zelf is vrij, spontaan, creatief, wijs en gelukkig.
Hier zijn enkele citaten van Laozi over het authentieke zelf:
In het confucianisme
Zoals je kan verwachten, had Confucius net als boeddha veel te vertellen over dwazen als een medium om meer te begrijpen over onszelf:
Confucius heeft verschillende uitspraken gedaan over dwazen en hun gebrek aan wijsheid. Hij zei onder andere:
Uit het beleven van je authentieke zelf, de betekenis van de zon kaart, volgt blijdschap, welke Confucius beschouwde als een van de belangrijkste doelen van het leven. Hij zei dat blijdschap voortkomt uit het volgen van de juiste weg, het beoefenen van de deugd en het dienen van de mensheid. Hij zei ook dat blijdschap afhangt van de harmonie tussen hemel, aarde en mens, en van de balans tussen lichaam, geest en hart. Hier zijn enkele uitspraken van Confucius over blijdschap:
Esoterische betekenis in kabala, rider waite en thot tarot
De zon kaart in de tarot is een symbool van geluk, succes, optimisme, vitaliteit, warmte en vertrouwen. Het is een kaart die de zonnige kant van het leven laat zien, en die aangeeft dat je je authentieke zelf kunt zijn. De zon kaart kan ook duiden op creativiteit, inzicht, bewustwording en intuïtie. De zon kaart is een positieve kaart die je aanmoedigt om te genieten van het leven en te vertrouwen op je innerlijke kracht.
De esoterische betekenis van de zon kaart kan verschillen naargelang de tarot traditie of het tarot spel dat men gebruikt. Hieronder volgen enkele voorbeelden van de esoterische betekenis van de zon kaart in de kabbala, de Rider Waite tarot en de Thoth tarot.
In de boekhandel
Wanneer een boze heks het Meetjesland teistert, neemt de Dwaas het op zich om naar de tovenares op zoek te gaan en haar een halt toe te roepen. Daarbij wordt hij vergezeld door de ridder, en het wordt al snel duidelijk dat ze elkaars hulp meer dan nodig hebben om hun doel te bereiken.
Er bruist iets in het keizerrijk. Verandering zit in de lucht. De elfenpoort is gesloten, maar hoe lang nog? Een Dwaas wordt geboren in een dorp. Een Prinses wordt geboren in een paleis. Het Magische Hert wacht in het donkere woud.
Het gevaar van de slang dreigt grip te krijgen op de Prinses en de Dwaas, zelfs in de weelde van hun paradijs. Kunnen ze van het Loze Vissertje en de Dulle Griet leren om zichzelf niet te verliezen in deze strijd? De Ridder der Speren en de Bard hopen ondertussen de Keizer te bevrijden uit zijn gevangenschap, zelfs al zijn ze constant op de vlucht - niet alleen voor de Raad, maar voor de onophoudelijke natuurrampen die het Keizerrijk teisteren!
De Ridder weet dat alleen uit onverwachte hoek het onvoorstelbare een kans krijgt, en laat dit nu net de specialiteit zijn van de Bard. In De Duivelse Draak en de Val van de Keizer wordt de reis door de tarotkaarten verder gezet op spectaculaire wijze die alles en niets aan de verbeelding overlaat.