Algemene betekenis / Tarot de Marseille
De wereldkaart toont een naakte vrouw die danst in het midden van een lauwerkrans, omringd door vier wezens die de vier elementen en de vier evangelisten voorstellen. De vrouw staat voor de ziel die bevrijd is van alle beperkingen en zich uitdrukt met vreugde en gratie. De lauwerkrans staat voor overwinning, succes en voltooiing. De vier wezens staan voor de integratie van alle aspecten van het zelf: lichamelijk, emotioneel, mentaal en spiritueel.
De kaart van de wereld is een van de meest positieve en veelbelovende kaarten in de tarot. Het betekent dat je een cyclus of een doel hebt voltooid en dat je je vervuld en tevreden voelt. Je hebt je potentieel gerealiseerd en je hebt je plaats in het universum gevonden. Je bent in harmonie met jezelf en met de wereld om je heen. Je kunt nu een nieuw begin maken met vertrouwen en wijsheid.
Volgens de tarot de marseille en alejandro jodorowsky is de wereldkaart een symbool van eenheid, heelheid, voldoening, het eindpunt van de reis en de voltooiing van een cyclus. Je bent aangekomen op de plek waar je hoort en hebt je doel bereikt. Soms wordt daar ook het levensdoel mee bedoeld. De kaart geeft eenheid, harmonie en een goede afloop.
Zelfrealisatie volgens Carl Jung
Voor de Zwitserse psycholoog Carl Gustav Jung (1875-1961) was zelfrealisatie het doel van het individuatieproces, dat hij beschouwde als een natuurlijke vereiste voor de ontwikkeling van de mens. Het individuatieproces is het proces waarbij de mens zich bewust wordt van zijn of haar unieke persoonlijkheid, die bestaat uit zowel bewuste als onbewuste elementen. Het zelf is het centrum en de totaliteit van de psyche, die alle aspecten van de mens omvat, zoals het ego, het persoonlijke onbewuste, het collectieve onbewuste en de archetypen. Door middel van symbolen, dromen, kunst en religie kan de mens in contact komen met zijn of haar zelf en een harmonie bereiken tussen de tegenstellingen die in hem of haar leven.
Een symbool dat Jung gebruikte om het zelf te vertegenwoordigen was de tarotkaart van de wereld, die een dansende figuur toont die omringd wordt door vier dieren die de vier elementen symboliseren. Deze kaart duidt op een staat van heelheid, voltooiing en integratie, waarin de mens zijn of haar potentieel heeft gerealiseerd en in balans is met zichzelf en de wereld.
Zelfrealisatie volgens de Boeddha
Voor de Boeddha (ca. 563-483 v.Chr.), de stichter van het boeddhisme, was zelfrealisatie het bereiken van nirvana, dat letterlijk ‘uitdoven’ betekent. Nirvana is de bevrijding van de cyclus van wedergeboorte (samsara), die wordt veroorzaakt door onwetendheid, begeerte en lijden. Om nirvana te bereiken, moet de mens het achtvoudige pad volgen, dat bestaat uit acht aspecten van ethisch gedrag, mentale discipline en wijsheid. Door het achtvoudige pad te beoefenen, kan de mens zich onthechten van zijn of haar illusoire zelfbeeld (ego) en inzien dat alle verschijnselen leeg zijn van een inherent bestaan (sunyata). Zo kan hij of zij een directe ervaring hebben van de werkelijkheid zoals die is (yathabhuta) en een staat van vrede, geluk en mededogen bereiken.
Nirvana is een belangrijk concept in het boeddhisme, dat verwijst naar de hoogste staat van bevrijding die een mens kan bereiken. Nirvana betekent letterlijk ‘uitdoving’ of ‘uitblussing’, omdat het de staat is waarin de vlam van de levensdorst, die de oorzaak is van het lijden en de wedergeboorte, geheel gedoofd is. Nirvana is niet een plaats of een hemel, maar een toestand van geest, die in dit leven gerealiseerd kan worden door het volgen van het achtvoudige pad. Nirvana is ook niet een niets of een vernietiging van de persoonlijkheid, maar een diepere en authentiekere manier van bestaan, waarin men de werkelijkheid ziet zoals die is, zonder illusies of gehechtheden.
Zelfrealisatie volgens het taoïsme
Het taoïsme is een filosofische en religieuze stroming die ontstond in China rond de 6e eeuw v.Chr. Een van de belangrijkste bronnen van het taoïsme is het boek Tao Te Ching, dat wordt toegeschreven aan Laozi (ca. 6e-4e eeuw v.Chr.). Het taoïsme leert dat er een ultieme werkelijkheid bestaat die Tao wordt genoemd, wat ‘weg’ of ‘principe’ betekent. De Tao is onbeschrijfbaar, onveranderlijk en alomvattend. Het is de bron en het doel van alles wat bestaat. De mens kan zich afstemmen op de Tao door zich te gedragen volgens wu wei, wat ‘niet-doen’ of ‘handelen zonder forceren’ betekent. Wu wei houdt in dat men handelt in overeenstemming met de natuurlijke orde (li) en spontaniteit (ziran) van de dingen. Door wu wei te beoefenen, kan men zijn of haar ware aard (xing) realiseren en een staat van harmonie, eenvoud en vrijheid bereiken.
Enkele uitspraken van Laozi die zelfrealisatie illustreren zijn:
Zelfrealisatie volgens Confucius
Confucius was een Chinese filosoof die een invloedrijke sociale en ethische leer ontwikkelde. Confucius benadrukte het belang van menselijkheid (ren), dat wil zeggen het cultiveren van deugden zoals loyaliteit, rechtvaardigheid, welwillendheid en wederkerigheid. Hij zag de mens als een sociaal wezen dat zijn of haar rol moet vervullen in de familie, de gemeenschap en de staat. Door middel van onderwijs, rituelen en morele voorbeelden kon de mens zich ontwikkelen tot een edel mens (junzi), die zich kenmerkt door wijsheid, goedheid en harmonie.
Voor Confucius was zelfrealisatie het bereiken van de hoogste graad van menselijkheid, die hij aanduidde als heiligheid (sheng) of volmaaktheid (shi). Dit was een ideaal dat zelden of nooit werd bereikt, maar dat wel als richtsnoer diende voor het streven naar zelfverbetering. Heiligheid of volmaaktheid betekende voor Confucius niet alleen het naleven van morele normen, maar ook het ontwikkelen van een innerlijke gevoeligheid voor de situatie en de behoeften van anderen. Een heilig of volmaakt mens was iemand die in harmonie was met de hemel (tian), de aarde (di) en de mensheid (ren). Een heilig of volmaakt mens was ook iemand die zich kon aanpassen aan veranderende omstandigheden zonder zijn of haar principes te verliezen.
Enkele uitspraken van Confucius die heiligheid of volmaaktheid illustreren zijn:
De Wereld volgens de kabala, Rider Waite en Thot tarot
In de boekhandel
Wanneer een boze heks het Meetjesland teistert, neemt de Dwaas het op zich om naar de tovenares op zoek te gaan en haar een halt toe te roepen. Daarbij wordt hij vergezeld door de ridder, en het wordt al snel duidelijk dat ze elkaars hulp meer dan nodig hebben om hun doel te bereiken.
Er bruist iets in het keizerrijk. Verandering zit in de lucht. De elfenpoort is gesloten, maar hoe lang nog? Een Dwaas wordt geboren in een dorp. Een Prinses wordt geboren in een paleis. Het Magische Hert wacht in het donkere woud.
Het gevaar van de slang dreigt grip te krijgen op de Prinses en de Dwaas, zelfs in de weelde van hun paradijs. Kunnen ze van het Loze Vissertje en de Dulle Griet leren om zichzelf niet te verliezen in deze strijd? De Ridder der Speren en de Bard hopen ondertussen de Keizer te bevrijden uit zijn gevangenschap, zelfs al zijn ze constant op de vlucht - niet alleen voor de Raad, maar voor de onophoudelijke natuurrampen die het Keizerrijk teisteren!
De Ridder weet dat alleen uit onverwachte hoek het onvoorstelbare een kans krijgt, en laat dit nu net de specialiteit zijn van de Bard. In De Duivelse Draak en de Val van de Keizer wordt de reis door de tarotkaarten verder gezet op spectaculaire wijze die alles en niets aan de verbeelding overlaat.