1. In de Tarot de Marseille
De rechtvaardigheid wordt afgebeeld als een vrouw die tussen twee pilaren zit met een zwaard in haar rechterhand en een weegschaal in haar linkerhand. Ze straalt wijsheid, gerechtigheid en liefde uit, en neemt haar besluiten op basis van de correcte toepassing van de wet of het gezonde verstand.
De rechtvaardigheid staat voor het principe dat hoewel dingen soms scheef lijken, het universum uiteindelijk eerlijk is. Je zult misschien niet zien of begrijpen waarom dingen gebeuren, maar de meeste mensen voelen dat er in feite een reden is waarom, en evenwicht bestaat zelfs als je het niet kunt zien.
De rechtvaardigheid vertegenwoordigt ook het heldere objectieve inzicht en het vormen van een oordeel waar eerst goed is over nagedacht. De rechtvaardigheid is datgene wat je zelf doet en daarom ook weer terugkrijgt. Ben je eerlijk, dan wordt je handelen beloond.
2. Tarotmeester Alejandro Jodorowsky
Volgens Jodorowsky is de kaart van de Rechtvaardigheid het evenwicht tussen het mannelijke en het vrouwelijke, het actieve en het passieve, het bewuste en het onbewuste, het materiële en het spirituele. Het is een kaart van harmonie, orde en wet.
Jodorowsky legt uit dat de Rechtvaardigheid een zwaard vasthoudt in haar rechterhand, dat symbool staat voor de kracht van de rede, de logica en de waarheid. In haar linkerhand houdt ze een weegschaal vast, die symbool staat voor de maatstaf van rechtvaardigheid, de balans tussen goed en kwaad, en de noodzaak om te wegen en te oordelen. De Rechtvaardigheid draagt een rode mantel, die symbool staat voor haar autoriteit, haar passie en haar moed. Ze draagt ook een groene jurk, die symbool staat voor haar wijsheid, haar groei en haar vruchtbaarheid. Op haar hoofd draagt ze een kroon, die symbool staat voor haar waardigheid, haar soevereiniteit en haar verbinding met het goddelijke.
Hij zegt ook dat de Rechtvaardigheid ons uitnodigt om onze eigen waarden te onderzoeken, om onze eigen balans te vinden, om onze eigen waarheid te spreken, en om onze eigen gerechtigheid te creëren. Hij zegt dat de Rechtvaardigheid ons helpt om onszelf te realiseren, om onze creativiteit te uiten, en om onze genezing te bevorderen.
3. Carl Jung en de Archetypes
Volgens Jung heeft rechtvaardigheid te maken met zowel de archetypen als 'individuatie'. Rechtvaardigheid is een van de vier kardinale deugden, samen met wijsheid, moed en matigheid. Deze deugden zijn archetypische idealen die de menselijke ziel inspireren om naar morele perfectie te streven. Rechtvaardigheid betekent het geven aan ieder wat hem toekomt, het respecteren van de rechten en plichten van anderen, het handhaven van een evenwicht tussen het individuele en het sociale belang, en het nastreven van een harmonieuze orde in onszelf en in de wereld.
Rechtvaardigheid is ook een essentieel aspect van de individuatie, omdat het ons helpt om onze eigen schaduw te integreren, dat wil zeggen het negatieve (donkere) aspect van ons ego dat we geneigd zijn te ontkennen of te projecteren op anderen. De integratie van de schaduw betekent het erkennen van onze morele tekortkomingen als onderdeel van onze eigen persoonlijkheid en het proberen om ze te transformeren in positieve kwaliteiten. Dit vereist een eerlijke confrontatie met onszelf en met anderen, een verantwoordelijkheid voor onze daden, een volgen van onze innerlijke wet, en een leven in harmonie met onszelf en met de wereld.
4. In het boeddhisme
Karma is een belangrijk concept in het boeddhisme, dat veel invloed heeft op de religieuze praktijk en het ethische gedrag van de boeddhisten. Karma betekent letterlijk “actie” of “doen”, en verwijst naar de intentionele handelingen die men verricht met lichaam, spraak of geest. Deze handelingen hebben natuurlijke gevolgen, zowel in dit leven als in toekomstige levens, die afhangen van de kwaliteit van de intenties. Goede intenties leiden tot positieve gevolgen, slechte intenties leiden tot negatieve gevolgen.Dit is de wet van karma, die een wet van oorzaak en gevolg is zoals gedefinieerd in het boeddhisme.
De rol en de betekenis van karma in het boeddhisme zijn veelzijdig. Karma verklaart bijvoorbeeld waarom mensen verschillende omstandigheden en ervaringen hebben in het leven, zoals geluk of lijden, rijkdom of armoede, gezondheid of ziekte, enz. Dit komt niet door het lot of door een goddelijk oordeel, maar door hun eigen vroegere en huidige handelingen. Karma geeft ook een verklaring voor de cyclus van wedergeboorte (samsara), waarin wezens geboren worden in verschillende rijken van bestaan volgens hun karma. Het boeddhisme leert dat wedergeboorte een toestand van lijden is, die veroorzaakt wordt door onwetendheid (avidya), begeerte (trsnā) en haat (dvesa). Deze drie vergiften zijn de wortels van al het kwaad en verstoren de natuurlijke harmonie van de geest.
Karma heeft ook een belangrijke rol in de bevrijding van het lijden, die het uiteindelijke doel is van het boeddhisme. Het boeddhisme leert dat er een manier is om uit de cyclus van wedergeboorte te ontsnappen, namelijk door het bereiken van nirvana, dat een toestand van volledige vrede en gelukzaligheid is. Nirvana wordt bereikt door het volgen van het achtvoudige pad, dat bestaat uit acht aspecten van ethisch gedrag, mentale discipline en wijsheid. Het achtvoudige pad is de weg die de Boeddha zelf heeft gevolgd om verlichting te bereiken. Dit is de basis van de boeddhistische ethiek, die gebaseerd is op de principes van geweldloosheid (ahimsa), vrijgevigheid (dana), moraliteit (sila), geduld (ksanti), inspanning (virya), concentratie (samadhi) en wijsheid (prajna).
Volgens de Boeddha worden onze handelingen, woorden en gedachten gedreven door onze intenties (cetanā), die bepalen wat voor soort gevolgen (karmaphala) we zullen ervaren in dit leven of in toekomstige levens. Deze gevolgen zijn niet het resultaat van een kosmisch rechtssysteem, maar van de inherente kwaliteit van onze acties. De Boeddha zei: “Het is de intentie, monniken, die ik ‘karma’ noem; met de intentie handelend, monniken, voert men karma uit, zowel goed als slecht.”
Het verband tussen karma en rechtvaardigheid is dus niet dat karma ons beloont of straft voor onze daden, maar dat karma ons laat zien wat de natuurlijke gevolgen zijn van onze daden. Karma leert ons dat we verantwoordelijk zijn voor onze eigen geluk of lijden, en dat we door middel van wijsheid en mededogen onze eigen geest kunnen zuiveren en bevrijden van onwetendheid (avidyā), begeerte (trsnā) en haat (dvesa), die de wortels zijn van al het kwaad. De Boeddha zei: “Ik verklaar, monniken, dat karma afhankelijk is van de geest. De geest is hun voorloper; de geest is hun leider; de geest is hun maker. Als iemand spreekt of handelt met een onzuivere geest, dan volgt lijden hem zoals het wiel het spoor van de os volgt.”
5. In het taoïsme
Het taoïsme heeft een eigen visie op rechtvaardigheid, die verschilt van die van andere religies of ethische systemen. Het taoïsme leert handelingen af te stemmen op de Dao, en proberen om in overeenstemming te leven met de natuurlijke stroom van de dingen. Het taoïsme raadt aan om niet in te grijpen in de gebeurtenissen van het leven, maar te wachten tot de situatie actie noodzakelijk maakt, en dan alleen te doen wat nodig is, niet meer.
Het taoïsme heeft ook een praktische kant, die zich bezighoudt met het gedrag van de mensen in de samenleving. Het taoïsme keurt het doden, stelen, liegen en overspel af, en bevordert het altruïsme, de hulpvaardigheid en de vriendelijkheid. Het taoïsme gelooft dat goed gedrag niet alleen essentieel is voor de zelfverbetering, maar ook voor het verbeteren van de wereld als geheel. Het taoïsme heeft ook verschillende vormen van gemeenschap en gedragsregels ontwikkeld voor zijn volgelingen, vooral in de religieuze takken. Deze regels omvatten zowel ethiek, d.w.z. de persoonlijke waarden van het individu, als moraliteit, d.w.z.de gemeenschappelijke normen en sociale waarden van de organisatie.
Het taoïsme ziet rechtvaardigheid dus als een aspect van het volgen van de Dao, die ons leert om in harmonie te leven met onszelf en met de wereld. Het taoïsme leert ons ook dat we verbonden zijn met alle andere levende wezens, en dat onze handelingen invloed hebben op onszelf en op anderen. Daarom moeten we proberen om anderen te helpen en te respecteren, en geen schade toe te brengen aan andere wezens. Dit is de basis van de taoïstische ethiek, die gebaseerd is op de principes van geweldloosheid (wuwei), eenvoud (pu) en spontaniteit (ziran).
6. In het confucianisme
Confucius zei veel over rechtvaardigheid, die hij beschouwde als een van de belangrijkste deugden die een mens moet nastreven. Hij gebruikte het woord yi (義) om rechtvaardigheid aan te duiden, dat ook kan worden vertaald als rechtvaardigheid, rechtschapenheid, plicht of loyaliteit.
Volgens Confucius is rechtvaardigheid gebaseerd op de principes van ren (仁) en li (禮). Ren betekent menselijkheid, goedheid, mededogen of liefde. Het is de innerlijke deugd die ons in staat stelt om anderen te behandelen zoals we zelf behandeld willen worden. Li betekent ritueel, etiquette, beleefdheid of moraliteit. Het is de uiterlijke uitdrukking van ren door middel van regels, normen en instellingen die de sociale orde en harmonie bevorderen.
Confucius zei dat rechtvaardigheid inhoudt dat men zijn rol in de samenleving goed vervult, rekening houdend met de belangen van anderen. Hij zei: “De edele mens is niet partijdig ten gunste van zichzelf, maar geeft aan ieder wat hem toekomt” 3. Hij zei ook dat rechtvaardigheid vereist dat men eerlijk en oprecht is, en niet bedriegt of misleidt. Hij zei: “De edele mens is eerlijk in zijn woorden en trouw in zijn daden”. Hij zei ook dat rechtvaardigheid inhoudt dat men zich houdt aan zijn beloften en verplichtingen, en niet ontrouw of onbetrouwbaar is. Hij zei: “De edele mens schaamt zich als zijn woorden zijn daden overtreffen”.
7. In de kabala
De tarotkaart van rechtvaardigheid komt overeen met het twaalfde pad op de levensboom, dat de sefira van geburah (strengheid of oordeel) verbindt met de sefira van tiferet (schoonheid of harmonie). Dit pad wordt ook geassocieerd met de Hebreeuwse letter lamed, die een ossenprik voorstelt, een instrument om ossen te drijven. Dit symboliseert de noodzaak om onze lagere natuur te disciplineren en te zuiveren om onze hogere natuur te bereiken.
De tarotkaart van rechtvaardigheid vertegenwoordigt dus het principe van goddelijke gerechtigheid, dat gebaseerd is op de wet van karma of oorzaak en gevolg. Volgens dit principe ontvangt iedereen wat hij verdient, volgens zijn daden en intenties. Dit betekent niet dat er een externe kracht is die ons beloont of straft, maar dat onze eigen acties hun eigen gevolgen hebben, zowel positief als negatief. De tarotkaart van rechtvaardigheid leert ons om verantwoordelijk te zijn voor onze keuzes, om eerlijk en ethisch te handelen, en om in balans te zijn met onszelf en met het universum.
8. Rider Waite / Thot tarot
De rider waite tarot en de thoth tarot zijn twee populaire versies van de tarot die elk hun eigen interpretatie geven aan de symboliek van deze kaart.
De rechtvaardigheid kaart in de rider waite tarot toont een vrouw die tussen twee pilaren zit, gekleed in een rood gewaad en een gouden mantel. Ze houdt een zwaard in haar rechterhand en een weegschaal in haar linkerhand. Op haar hoofd draagt ze een kroon met een vierkante blauwe steen. Op de achtergrond is een geel gordijn te zien. De betekenis van deze symbolen is als volgt:
De thoth tarot is een ander beroemd tarotdeck dat gecreëerd werd door Aleister Crowley, een invloedrijke occultist, magiër en schrijver. Hij werkte samen met Lady Frieda Harris, een kunstenares die de kaarten schilderde volgens zijn visie. De thoth tarot is sterk beïnvloed door de kabbala, de astrologie, de numerologie en andere esoterische systemen. Het deck bevat ook veel verwijzingen naar de Egyptische mythologie en symboliek.
De rechtvaardigheid kaart in de thoth tarot heet eigenlijk aanpassing (adjustment) en heeft het nummer VIII in plaats van XI. Dit komt omdat Crowley de plaatsen van rechtvaardigheid en kracht (strength) verwisselde om ze beter te laten overeenkomen met de kabbalistische levensboom. De aanpassing kaart toont een vrouw die een groen masker draagt en gekleed is in een zwart gewaad met een gouden rand. Ze staat op een schaal die in evenwicht wordt gehouden door twee veren. Boven haar hoofd is een zwaard te zien dat omringd wordt door een halo van licht. Op de achtergrond zijn vier maansikkels te zien. De betekenis van deze symbolen is als volgt:
In de boekhandel
Wanneer een boze heks het Meetjesland teistert, neemt de Dwaas het op zich om naar de tovenares op zoek te gaan en haar een halt toe te roepen. Daarbij wordt hij vergezeld door de ridder, en het wordt al snel duidelijk dat ze elkaars hulp meer dan nodig hebben om hun doel te bereiken.
Er bruist iets in het keizerrijk. Verandering zit in de lucht. De elfenpoort is gesloten, maar hoe lang nog? Een Dwaas wordt geboren in een dorp. Een Prinses wordt geboren in een paleis. Het Magische Hert wacht in het donkere woud.
Het gevaar van de slang dreigt grip te krijgen op de Prinses en de Dwaas, zelfs in de weelde van hun paradijs. Kunnen ze van het Loze Vissertje en de Dulle Griet leren om zichzelf niet te verliezen in deze strijd? De Ridder der Speren en de Bard hopen ondertussen de Keizer te bevrijden uit zijn gevangenschap, zelfs al zijn ze constant op de vlucht - niet alleen voor de Raad, maar voor de onophoudelijke natuurrampen die het Keizerrijk teisteren!
De Ridder weet dat alleen uit onverwachte hoek het onvoorstelbare een kans krijgt, en laat dit nu net de specialiteit zijn van de Bard. In De Duivelse Draak en de Val van de Keizer wordt de reis door de tarotkaarten verder gezet op spectaculaire wijze die alles en niets aan de verbeelding overlaat.